‘Voerefficiëntie niet heilig, het gaat om saldo’

Bron: Boerderij (Schrijver: Wijnand Hogenkamp; Foto’s Anne van der Woude)

De 3 broers Bokma in Nijemirdum gebruiken de CowVision VoerwinstMonitor voor meerdere doeleinden. Het berekent de voerefficiëntie, het voersaldo en fungeert als laadinstructie. 

Er heerst rust in de stallen van de gebroeders Bokma in Nijemirdum. De stal bestaat eigenlijk uit 3 stallen die in de loop van de tijd aan elkaar geschakeld zijn. De oudste stal, uit 1972, is in 1985 verbreed. In 2008 is de zijwand uit deze stal gehaald en daar is nieuwbouw tegenaan gezet. Zo ontstaat een heel grote ruimte die overzicht biedt op alle diergroepen en in totaal 3 voergangen kent.

 

Sjoerd Bokma heeft samen met zijn broers Henk en Jaap-Douwe een melkveebedrijf onder vof.

 

Praktische app geeft iedereen inzicht in rantsoenen

De dieren worden gevoerd met de voermengwagen in 4 groepen: melkgevend, droog, jongvee tot dracht en drachtig jongvee. De voerrantsoenen zijn ingevoerd in de VoerwinstMonitor van AgroVision. “Deze toepassing werd zo’n 5 jaar geleden geïntroduceerd en daar zijn we ook vrijwel direct mee gestart”, geeft Sjoerd Bokma aan.

Bokma geeft aan dat de app in elk geval handig is in het dagelijks gebruik bij het voeren van de rantsoenen. “Iedereen heeft de app op zijn mobiel en kan dus zien hoeveel van elke soort voer geladen moet worden en in welke volgorde.” Dat maakt dat iedereen ook op dezelfde manier voert en dat de koeien altijd een constant rantsoen krijgen. Daarnaast corrigeert de app ook voor voerfouten. Zo heeft de VoerwinstMonitor dagelijks een praktisch gebruik.

Wegen van de verschillende voedermiddelen in het rantsoen is, samen met registreren van de melkproductie, de basis voor het bepalen van de voerefficiëntie.

 

Voerefficiëntie bepalen en saldo berekening

Toch is het dagelijks gebruik van de app niet de eerste doelstelling van de rekenmodule. Hij is ingericht om de voerefficiëntie van de melkgevende dieren te bepalen en vervolgens ook het saldo per dier te berekenen. “Toen wij er mee startten, lag de voerefficiëntie gemiddeld op 1,3 kilo meetmelk per kilo droge stof.” Inmiddels is dit gestegen naar gemiddeld 1,38.

“Toch vinden we de lijn belangrijker dan het absolute niveau. Het is niet ons streven om een zo goed mogelijke voerefficiëntie te realiseren, als het betekent dat die laatste liters te veel kosten. Het gaat uiteindelijk om het saldo onder de streep.”

Daarbij kijken de broers vooral naar de voerkosten. Het voersaldo is gemakkelijk te beïnvloeden door een hoger of lager bedrag voor eigen ruwvoer in te voeren. “Ik vergelijk daarom nooit op saldo, maar op voerefficiëntie met bijbehorende voerkosten voor aangekocht voer. Omdat we normaal gesproken zelfvoorzienend zijn in ruwvoer, gaat het bij ons daarom om aangekochte voeders.” Dat bestaat uit mengvoer, bierbostel, raapschroot, pulpbrok en grasbrok. Dat laatste komt wel van eigen grond, maar de broers rekenen het mee als aangekocht voer.

De voerkosten zijn gemiddeld 9,8 cent per kilo meetmelk.

 

Afwijkingen vallen in de app direct op

Door over langere termijn te kijken, krijgt Bokma een goed beeld van het gemiddelde niveau. Zo haalt hij ook pieken en dalen uit de voerefficiëntie. Die kunnen voorkomen als er grote afwijkingen zijn. “Zo is een vijzel van een van de voersilo’s al eens uitgevallen. Dat zie je direct.” Ook blijkt het een goede controle van de krachtvoergift te zijn. Zo hebben de broers al eens meegemaakt dat de krachtvoersilo al bijna leeg was, terwijl de voorraad veel groter had moeten zijn. “We waren van broksoort veranderd. Na kalibreren van krachtvoerautomaten, bleek de afgifte veel groter dan ingesteld. Dat soort dingen haal je er dan uit.”

Bij grote rantsoenwisselingen houden de broers contact met de voeradviseur van Agrifirm. Hij komt altijd elke 6 weken op het bedrijf, na elke melkcontrole, om de zaken weer op scherp te zetten.

 

Meer voeren in herfst voor betere conditie richting winter

De voerefficiëntie zou wellicht nog iets scherper kunnen. “Maar we merkten dat vanaf de zomer en richting de herfst tijdens de weidegang de koeien vaak te veel in conditie verloren. Niet dat ze broodmager zijn, maar we konden ze na het opstallen toch moeilijk op productie krijgen.”

Daarom hebben de broers de koeien in de laatste weideperiode wat harder gevoerd, om zo de overgang naar de winter makkelijker te kunnen laten verlopen.

“De absolute voerefficiëntie is dan niet heilig. We hebben geïnvesteerd door bierbostel bij te gaan voeren. Dat geeft rust in de pens.” Het effect was dat de koeien beter in conditie bleven en de overgang naar het winterrantsoen ook aardig gelukt is. “Al moet ik wel zeggen dat afgelopen zomer natuurlijk uitzonderlijk was. We waren al vroeg begonnen met beweiden, zodat we de uren voor weidemelk al vrij vroeg bereikt hadden. Tijdens de droogte viel er in de wei ook niet veel meer te halen en daarna zijn ze ook niet meer buiten gekomen.”

Benieuwd? naar de VoerwinstMonitor?

Wij laten u graag de mogelijkheden zien.
Vul het contactformulier in of bel direct 0570 664 115

This website uses cookies to improve your experience.